OFF-DAY
/Het zat eraan te komen. Ik voelde het al een tijdje. Prikkelbaar, moe, lusteloos. Mijn echtgenoot had het ook al door, hij is namelijk diegene die de eerste klappen opvangt.
Het begon eerder deze week, dinsdag. Opgewekt reed ik naar de stad. Een geboortegeschenkje ophalen dat ik online had besteld en intussen even de winkels aandoen dacht ik. Na al die maanden in mijn kot had ik er heel veel zin in. De ontgoocheling was groot. Lege straten met een verplichte wandelrichting (die ik niet volgde wegens toch geen volk), winkels waren nog gesloten tot na de middag en de winkels die wel open waren kreunden onder de maatregelen die ze genoodzaakt moeten toepassen. Overal handgels, aangeduide wandelrichtingen, mondmaskers, digitaal betalen. Geen “funshopping” dat was duidelijk.
Wanneer ik een grote sportwinkelketen binnenwandel valt mijn oog op de tekst: “PASSEN = KOPEN ! Mijn goesting is onmiddellijk over. Het plan was om een fietshelm te kopen, maar zonder deze even te passen lukt me dat toch niet? “Je mag deze die niet goed zijn terugsturen, mevrouw.” zo klinkt het. Maar ik heb het gehad en rijd naar huis. Coronaproof winkelen zo zeggen ze en begrijp me niet verkeerd, ik weet dat het moet, maar plezierig is anders.
Op donderdag mag ik een dagje vrijwillig meedraaien op De Klaproos. Mijn collegaatje begroet me hartelijk en ik beeld me haar mooie glimlach in die achter het mondmasker verstopt zit. Ik moet/mag de blauwe bollen volgen, overal staan nadarhekken, ik moet mijn handen wassen, ben verplicht een mondmasker te dragen en mag geen fysiek contact hebben. Hoewel ik al gezien had op filmpjes en foto’s hoe men verplicht is te werken op scholen, ben ik helemaal niet voorbereid op de “echte” ervaring. Ik kan er niet bij, ben er eigenlijk helemaal ondersteboven van. Oneindig veel respect voor deze helden van het onderwijs !
Eenmaal weer thuis krijg ik op sociale media een filmpje te zien van een zwarte man in Minnesota , die door een blanke politieagent minutenlang met een knie op zijn hals in bedwang wordt gehouden. De man overleeft het niet. Mijn haar komt recht, woede in mijn tenen, ongeloof, onrechtvaardigheid, ik kan er niet bij.
En zo komt het dat ik deze ochtend wakker word en bij het eerste nieuws van de dag al in tranen uitbarst. Ik voel hoe emotioneel ik ben, wankel, week, gevoelig en sentimenteel. Mijn man kijkt me aan en pakt me stevig vast. Het wordt een OFF-DAY voel ik met heel mijn lijf, eentje waarvan Eva Daeleman aanraadt om in je bed te blijven liggen. Maar de hond kijkt me verlangend aan en ik besluit op stap te gaan met hem. Misschien nemen de bomen mijn verdriet wel mee in hun bladeren en wuiven ze het vluchtig weg, zoals Tijs Vanneste zo mooi verwoordde gisteren in “De Columbus".
De muizenissen blijven echter hangen in mijn geest. Ik probeer de natuur op te snuiven maar het afval langs de kant van de weg maakt het er niet beter op en wanneer ik van een goede vriendin een berichtje krijg met het ontstellende nieuws dat er plots bij haar papa darmkanker is ontdekt, wellen de tranen weer op. Ze rollen warm over mijn wangen en ik hoor de bomen “luisteren”.
Eenmaal terug thuis spring ik op mijn fiets. Boodschappen doen bij de verpakkingsvrije winkel. Zonder helm, de wind vrij door mijn haren, vraag ik me af of dit nu niet te onveilig is. Maar ik trap stevig door en negeer de stemmetjes in mijn hoofd.
Langs de kant van de weg ontwaar ik plots een bosje margrieten. Ze toveren zowaar een glimlach op mijn gezicht. Wiegend staan ze in de berm, buigend in de wind. Vrolijk wapperend met hun bloemblaadjes. Ze trekken zich niets aan van het drukke verkeer, de uitlaatgassen, het onkruid dat welig tiert rondom. Misschien zijn ze zelf wel onkruid, denk ik. Maar ze zijn zo mooi dat ik stop om een foto te nemen. Glimlachend stap ik weer op de fiets. En wanneer ik bij de winkel aankom voel ik dat mijn stap lichter is, mijn hart blijmoedig en mijn hoofd opgeruimd. Morgen koop ik een fietshelm!